|
Spanningsdaling in gelijkstroom met bekende vermogen : |
u = 2.L.P / (S.U) [V] |
u = Spanningsdaling
[V]
U = Spanning [V]
I = Stroomwaarde [A]
P = Vermogen [W]
L = Lengte van de kabel [m]
S = Sektie van de geleider [mm²] |
Spanningsdaling in gelijkstroom met bekende stroom : |
u = 2.L.I / S
[V] |
|
|
|
Wisselstroom monofazig |
u = 2.L.r.(I.cos f) / U
[V] |
|
|
|
|
Wisselstroom 3-fazig |
u = (3)½.L.r.(I.cos f) / U
[V] |
|
|
|
|
Magnetische veld van een bobijn met n windingen en een stroomsterkte van I |
H = n.I / L
[A/m] |
n = Aantal windingen van de spoel
I = Stroomsterkte [A]
L = Lengte [m] |
Magnetische inductie |
B = µo.µr.H [T] |
µo= 4.p.10-7
µr= Relative permeabiliteit van het materiaal |
Magnetische flux |
f = B.S.cos a [Wb] |
B = Magnetische veldsterkte [T]
S = Oppervlakte [m²]
a = Helling tussen B en S |
Elektromagnetische kracht |
F = B.I.L.sin a [N] |
B = Magnetische veldsterkte [T]
I = Stroomsterkte [A]
L = Lengte [m]
a = Helling tussen B en de geleider |
Dynamische kracht tussen 2 // geleiders |
F = 0,2.I1.I2.d.e [N] |
I1 = Stroomsterkte van geleider 1 [A]
I2 = Stroomsterkte van geleider 2 [A]
d = Afstand tussen de 2 // geleiders [m]
e = Spatie tussen de 2 geleiders [m] |
Pulsering |
w = 2.p.f [rad/s] |
p = 3.1415
f = Frequentie [Hz] |
Frequentie |
f = 1 / T [Hz] |
T = Periode [s] |
Spanningsdaling |
U = R.I
[V] |
R = Weerstand van de geleider[W]
I = Stroomsterkte [A] |
Weerstand |
R = r . L / S [W] |
r = Weerstandvermogen van de geleider [W.m]
r van koper op C = 0° = 17,24 10-6 [W.m]
L = Lengte [m]
S = Sektie van de geleider [m²]
|
Schijnbaar vermogen 3-fazig |
S = 1,732.U.I
[VA] |
|
Actief vermogen 3-fazig |
P = 1,732.U.I.cos f
[W] |
|
Reactief vermogen 3-fazig |
Q = 1,732.U.I.sin f
[VAr] |
|
Verhouding tussen vermogens |
S2 = P2 + Q2
[VA] |
|
|
|
|
Moment |
M = ML+Ma
[Nm]
M = ML+(p/30).J.(Dn/ta)
[Nm] |
M = Motor moment [Nm]
ML = Last moment [Nm]
Ma = Versnellingsmoment [Nm]
J = Inertie moment geheel [kg m²]
Dn = Differentiële snelheid [m-1]
P = Motor vermogen [kW]
PL = Last vermogen [kW]
Pa = Versnelling vermogen [kW]
ta = Tiijd van versnelling om de differentiële snelheid overschrijden [s] |
Versnellingsmoment |
Ma = (p/30).J.(Dn/ta)
[Nm]
Ma = (0,105).J.(Dn/ta)
[Nm] |
Werk - Energie |
W = (p2/1800).J.(Dn2).M / (M-ML)
[Nm]
W = J.(Dn2).M / (182,4.(M-ML))
[Nm] |
Volledige vermogen |
P = PL+Pa
[Nm] |
Versnellingstijd |
ta = (p/30).J.Dn/(M-ML)
[s]
ta = 0,105.J.Dn/(M-ML)
[s]
ta = p2.J.Dn2/(9.105.(P-PL))
[s]
ta = J.Dn2/(9,12.104.(P-PL))
[s] |
|
|
|
Impedantie |
Z = U / I [W] |
|
Impedantie van een wikkeling |
Z = L.2.p.f [W]
Z = L.314,16 [W] op 50Hz |
|
Impedantie van een condensator |
Z = 1 / (C.2.p.f) [W]
Z = 1 / (C.314,16) [W] op 50Hz |
|
Synchronismesnelheid van een kooianker motor 3-fazig |
ns = 2.60.f / p [t/min]
f = Frequentie [Hz]
p = Aantal polen per faze |
ns ( op 50Hz) |
p |
1500 |
4 |
1000 |
6 |
750 |
8 |
375 |
16 |
250 |
24 |
|
|
|
|
Vermogen |
1 HP = 0,73549 kW = 0,74 kW
1 kcal/h = 1,163 W = 1,16 W
1 kcal/h = 4,1868 kJ/h = 4,2 kJ/h |
|
Energie |
1 kcal = 4,1868 kJ = 4,2 kJ |
|
|
|
|
|